Geslachtsrijp: voor hun derde levensmaand; Fokrijp: 4 maanden; Draagtijd: 18 à 21 dagen; Aantal jongen: 4 tot 11 of zelfs meer; Spenen: 2 weken; Gemiddelde leeftijd: 1 à 2 jaar; Per worp worden alleen maar weinige jonkies geboren. De worpen kunnen vlug op elkaar volgen. Maar de Dieren kunnen ook fokpauzen van meerdere maanden invoegen, voordat weer jonkies geboren worden. Wanneer en hoe sterk ze zich vermeren is tamelijk onberekenbaar. De behoorlijk groot geboren jonkies volgroeien zeer vlug. Bij de Afrikaanse dwergmuizen zorgen alle beesten voor de jonkies. Afrikaanse dwergmuizen worden ouder dan huismuizen.

Afrikaanse dwergmuizen hebben een goed geventileerd, droog terrarium nodig. Benauwde lucht of vochtigheidverdragen de Dieren niet. Normale kamer omstandigheden zijn goed geschikt voor de beesten. Betreft de temperaturen hebben de dwergmuizen geen bijzondere wensen. De Dieren prefereren een hoge bodemgrond (ongeveer 10 cm) ten voorbeeld uit dennennaalden strooisel, houtkrullen of iets dergelijks. Met deze bodemgrond worden constant uitgebreide ombouwtaken voorgenomen. In onder de bodemgrond liggende grotere schorsstukken of dergelijks leggen de Dieren hun gemeenschapsnesten aan, in die alle Dieren van de groep leven en de vrouwtjes hun komende generatie gemeenzaam opvoeden/ fokken. als klimgelegenheid zijn enkele takken genoeg. In zoverre er geen vreemde Dieren samen gestopt worden, verdragen de beesten zich ook in een grotere groep redelijk goed. Als er in het terrarium geen natte plekken in de bodemgrond ontstaan, is er bij beide soorten geen geurlast te verwachten. Afrikaanse dwergmuizen houden er niet van als het terrarium vaak schoon gemaakt wordt. Op grond van hun reinheid produceren de Dieren ook weinig vuil. Het terrarium moet alleen maar droog blijven. De beesten zijn eerder terughoudend en schuw en hebben relatief lang nodig, tot ze daarvan overtuigd zijn, dat mensen toch ongevaarlijk zijn. Daarna kunnen de Dieren erg vertrouwd worden.

Temperaturen van 10°C tot over 30°C zijn geschikt.

Parkietenvoer, zonnebloemenpitten en droogvoer voor katten zijn een goed basisvoer. Aanvullend een beetje fruit, groente of ander groen en af en toe een verse tak ronden de voeding af. Er moet ten allen tijden genoeg voer zijn. Al weinige uren zonder voer kunnen dodelijk zijn. Water moet constant aanwezig zijn (drinkbak).