Nachtaktieve apen
Witgezicht Capucijn, Latijnse Naam: Cebus albifrons.
Halfapen: Katmaki's, vingerdieren, lori's, galago's, koboldmaki's. Z-Amerikaanse nachtapen.
Benodigde ruimte
Binnenverblijf Vloeroppervlak Hoogte Muismaki's en lori's (per paar of familiegroep) 1.5 m2 2 m Galago's, vetstaartmaki's en koboldmaki's (per paar of familiegroep) 3 m2 2 m Reuzengalago's en nachtapen's (per paar of familiegroep) 6 m2 2 m Vingerdieren (per paar of paar met jong) 9 m2 2.5 m
Klimaat
Nachtaktieve apen komen uit tropische landen, derhalve dient de temperatuur van het binnenverblijf tussen de 20 en 25 C te zijn, bij een luchtvochtigheidsgraad van 50-75%. Voor koboldmaki's tot 30 C bij een luchtvochtigheidsgraad tot 85%. Het onderbrengen in speciale nachtdierverblijven is gewenst. Bij daglengte dient het seizoen in aanmerking genomen te worden.
Inrichting van het verblijf
Horizontale en verticale klimmogelijkheden met veel gelegenheid tot verstoppen. Natuurlijke takken absorberen de geurstof bij alle markerende primaten het beste. Muismaki's, vetstaartmaki's, vingerdieren, lori's, galago's en koboldmaki's hebben houten nestboxen nodig, boven in het verblijf. Voor nachtapen moet de nestbox groot genoeg zijn voor een hele familie. Twijgjes, boomschors, turf en gedroogde bladeren als bodembedekking en nestmateriaal.
Sociaal gedrag
Alle soorten dienen paarsgewijs of in kleine familiegroepen gehouden te worden. Bij muismaki's is het mogelijk twee of drie verwandte wijfes samen met twee mannetjes te houden.
Voeding
Minstens tweemaal per dag een veelzijdig aanbod van fruit en groente, met toegevoegd dierlijk voedsel als sprinkanen, krekels, meelwormen en pasgeboren muizen.
Vangst en transport
Het makkelijks is het als de dieren uit de nestkast direkt in de transportkist lopen. Anders vangen met handschoen of net. De dieren dienen afzonderlijk vervoerd te worden.
Tamarins en klauwaapjes
Benodigde ruimte
Voor een binnenverblijf per paar of familiegroep een minimum grondoppervlakte van 5 m2 met een hoogte van 2 m. Voor dwergzijdeaapjes is een grondoppervlak van 4 m2 voldoende.
Klimaat
De temperatuur van het binnenverblijf dient tussen de 18 en 24 C te zijn. Bij een buitentemperatuur niet lager dan 5 C kan het buitenverblijf nog meebenut worden. Buitenverblijven dienen zowel zon- als schaduwplekken te hebben.
Inrichting van het verblijf
Horizontale en verticale klim-, loop- en springmogelijkheden met veel gelegenheid tot verstoppen of terugtrekken, vooral boven in het verblijf. Platforms waarop de hele familie samen kan zitten. Nestboxen voor elke familiegroep. Het visuele kontakt tussen buurfamilies van klauwaapjes dient vermeden te worden door het plaatsen van ondoorzichtige tussenschotten. Het buitenverblijf moet deels overdekt zijn met een natuurlijke bodembegroeiing.
Sociaal gedrag
Alle soorten dienen paarsgewijs of in kleine familiegroepen gehouden te worden.
Voeding
Extra vitamine D3 bij dieren doe uitsluitend binnen gehouden worden, en tijdens de wintermaanden. Een veelzijdig aanbod van fruit en groente, met toegevoegd dierlijk voedsel. Het voedsel moet rijk zijn aan dierlijk eiwit, vitaminen en mineralen. Het moet over meerdere voerbakken in het verblijf verdeeld worden. Loof, maiskolven, heel fruit, takjes met honing, levende insekten e.d. als bezigheidsvoer aanbieden.
Vangst en transport
Klauwaapjes zijn zeer stressgevoelig. Indien vangnetten gebruikt worden, dan moeten die van doek zijn, omdat klauwaapjes gemakkelijk in de mazen van een net blijven haken. Men kan ook een leren vanghandschoen gebruiken. Afzonderlijk vervoeren.
Capucijnerachtigen
- https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
Springapen
- https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
Saki's
- https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
Doodshoofdaapjes
- https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
Capucijners
Benodigde ruimte
Binnenverblijf zowel als buitenverblijf noodzakelijk, beide met deze minimum maten.
Soort Vloeroppervlak Hoogte Springapen, doodshoofdaapjes, kleine saki's (per paar, groep of familiegroep) 8 m2 2 m Capucijners (per paar, groep of familiegroep) 16 m2 3 m
Klimaat
Behalve capucijners zijn alle soorten betrekkelijk gevoelig voor kou. Springapen en saki's hebben een hoge luchtvochtigheidsgraad en een temperatuur van minstens 23 C nodig. Deze soorten mogen alleen tijdens de zomermaanden in de buitenverblijven.
Inrichting van het verblijf
Er dienen bijzonder veel mogelijkheden tot klimmen en slingeren aanwezig te zijn. De ruimte moet voldoende ondoorzichtige tussenschotten, nissen en andere mogelijkheden tot terugtrekken bieden, vooral boven in het verblijf. Op verschillende hoogtes moeten touwen, netten, hangmatten en zitgelegenheden aanwezig zijn. Doodshoofdaapjes hebben brede slaapplaatsen nodig, waarop meerdere dieren samen kunnen zitten.
Sociaal gedrag
Doodshoofdaapjes en capucijners leven in grotere groepen, wipkopsaki's en springapen leven in familiegroepen.
Voeding
Saki's zijn hoofdzakelijk planteneters. Alle soorten hebben een veelzijdig aanbod van fruit en groente, graan en noten nodig. Als dierlijk voedsel kunnen sprinkanen, krekels, meelwormen en pasgeboren muizen dienen, alsmede kwark, eieren, gekookt vlees en gekookte vis.
Vangst en transport
Vangen met een net, of opdrijven in een kist. Springaapjes een doodshoofdaaapjes kunnen het beste met een leren handschoen gevangen worden. Afzonderlijk vervoeren in kisten.